Behandeling van longkanker

Behandeling van longkanker is net als de behandeling van darmkanker vaak een moeilijk en soms pijnlijk proces. Indien de diagnose longkanker wordt vastgesteld, wordt door de behandelend arts een behandelplan opgesteld teneinde patiënt geheel van de kanker te laten genezen, of in geval van een niet-geneesbare vorm van kanker, het resterende leven van de patiënt zo aangenaam mogelijk te maken. Naast de medische oplossingen wordt vaak gezocht naar alternatieve behandeling. Deze behandelingen lijken op korte termijn beter te werken, aangezien alternatieve genezers vaak meer aandacht besteden aan de mens achter de patiënt. Goede alternatieve behandelaars weten echter dat wat zij aanbieden geen bewezen vervanging is voor een gewone medische behandeling van longkanker. Overleg alternatieve behandelingen dan ook altijd met uw arts en laat u zich door alternatieve genezers niet verleiden de medische weg links te laten liggen.

Operaties

Een operatie is een van de mogelijkheden om een tumor te verwijderen. Dit is natuurlijk alleen maar effectief indien de gehele tumor kan worden verwijderd. Daardoor is een operatie vaak alleen maar mogelijk bij niet-kleincellige longkanker, waarbij geen uitzaaiingen aanwezig zijn. Indien er wel uitzaaiingen zijn, is operatie ter behandeling van longkanker vrijwel zinloos.

Chemotherapie

Behandeling van longkanker via chemotherapieIndien de kanker al wel uitzaaiingen heeft gevormd, is operatie vaak zinloos en kan men chemotherapie proberen. Hierbij worden geneesmiddelen toegediend die in staat zijn de celdeling te stoppen en de cellen te vernietigen. Deze medicijnen worden vrijwel altijd in de ader gespoten, maar een enkele keer is opname van het medicijn in vloeibare of tabletvorm mogelijk. Omdat ook gezonde cellen worden aangevallen door de medicijnen, is het nodig om de behandeling met tussenpozen te herhalen. Hierdoor krijgen gezonde cellen de kans om zich te herstellen. Bij niet-kleincellige longkanker met uitzaaiingen is chemotherapie vaak bedoeld om de gevolgen te beperken. Volledige genezing is vaak niet meer mogelijk, maar door chemotherapie zal de patiënt zich gedurende een bepaalde tijd beter voelen.

Chemotherapie heeft als bijwerkingen dat de patiënt zich vaak misselijk voelt tijdens de behandeling en moet braken. Bij meerdere behandelingen verliest de patiënt vrij snel alle lichaamsbeharing. Dit houdt in dat de patiënt kaal wordt op zijn of haar hoofd, maar ook baard, snor, wenkbrouwen en andere lichaamsbeharing verliest. Nadat de behandelingen zijn gestopt, komt de haargroei echter weer gewoon op gang.

Ook kan de patiënt last krijgen van een vermindering van slijmvliezen van het maagdarmkanaal en een verminderde bloedaanmaak. Om dit te verhelpen kunnen extra rode bloedlichaampjes worden toegediend tijdens de behandeling. Ook kunnen aparte geneesmiddelen worden toegediend om de verminderde bloedaanmaak te remmen.

Bij chemotherapie ter behandeling van longkanker komt mogelijk beschadiging van de nieren vaak voor. Om dit te voorkomen wordt daarom bij behandeling met chemotherapie een ruime hoeveelheid vocht toegediend om de nieren te beschermen. Hierdoor krijgt de in de chemo-medicijnen aanwezige platina minder kans om neer te dalen in het nierweefsel en daarbij onherstelbare nierschade te berokkenen.

Cytostatica

Behandeling met cytostatica is er op gericht om de processen die zorgen voor de deling en het voortbestaan van de cel verstoord worden. Dit is mogelijk op meerder emanieren, waaronder behandeling met alkylerende middelen, cisplatine en andere platinumbevattende middelen, antimetabolieten, topoisomeraseremmers, antimitotische cytostatica en antitumor antibiotica. Alle middelen hebben een andere werking, maar zijn er op gericht de deling te verstoren met de dood van de kankercel tot gevolg.

Cytostatica hebben vrijwel dezelfde bijwerkingen als chemotherapie ter behandeling van longkanker.

Radiotherapie

Een andere vorm van behandeling van longkanker is radiotherapie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling, elektronenstraling of straling door middel van een radioactieve bron. Bij radiotherapie wordt de tumor, maar ook het aangrenzende gebied aangepakt. Bij radiotherapie blijft geen radioactieve straling in het lichaam achter. Met radiotherapie is het echter mogelijk om de kankercellen redelijk specifiek aan te vallen. Daarbij wordt tevens het erfelijk materiaal aangepast, zodat deling niet meer mogelijk is. Bij longkanker wordt radiotherapie toegepast als de patiënt een operatie weigert of niet voor operatie in aanmerking komt, omdat de hart- en/of longfunctie te slecht zijn. Soms wordt radiotherapie toegediend door middel van een slangetje in de luchtweg. Deze behandeling noemt met ook wel brachytherapie.

Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie bij behandeling van longkanker werkt anders dan chemotherapie, aangezien bij chemotherapie veel gezonde cellen door het gehele lichaam worden vernietigd. Bij doelgerichte theratie wordt gewerkt met EGFR-remmers, angiogeneseremmers en ALK-receptor-tyrosinekinase-remmers, die zich ieder voor zich richten op bepaalde onderdelen van de kanker.

Moleculaire diagnostiek

Door onderzoek naar de behandeling van longkanker is gebleken dat bepaalde genetische mutaties van kanker aangemerkt kunnen worden als zogeheten ‘driver mutaties’, mutaties die een sleutelrol spelen bij de groei. Hierbij zijn moleculaire veranderingen ontdekt die rechtstreeks kunnen worden behandeld met specifieke medicijnen. Op het moment kan daardoor gebruik worden gemaakt van specifieke medicijnen als Erlotibib en Gefitinib in het geval van een EGFR-mutatie (mutatie van de Epidermale Groei Factor Receptor, die zorgt voor een te snelle deling van normale cellen) en Crizotinib in het geval van ALK (waarbij er een afwijkend eiwit gemaakt wordt dat zorgt voor ongeremde celgroei).

Endobronchiale therapie

Bij Endobronchiale therapie wordt met behulp van een bronchoscoop vanuit de luchtweg zelf behandeld. Dit gebeurt om de kanker definitief te verwijderen, maar ook in het geval van een palliatief process opm de klachten te verminderen. Een tumor die in de luchtweg zelf zit kan door middel van een tan weg worden gehapt, maar de tumor kan ook worden weggesneden, weggebrand (door middel van elektrische stroom), weggelaserd of door middel van het aanbrengen van een kleine radioactieve bron in de luchtweg, waardoor de tumor gedeeltelijk of geheel wordt weggestraald.

Overige therapie en behandeling van longkanker

De wetenschap staat gelukkig niet stil en het is mogelijk dat u een experimenteel geneesmiddel krijgt aangeboden. Deze geneesmiddelen en behandelingen die door uw arts worden aangeboden zijn vaak middelen die nog niet op grote schaal werking hebben bewezen. Nieuwe behandelingen en geneesmiddelen zijn moeilijk te ontwikkelingen, maar erg belangrijk voor het onderzoek naar definitieve bestrijding of betere resultaten in de bestrijding van kanker. Dit kan inhouden dat nieuwe behandelingen of geneesmiddelen minder bijwerkingen, meer kans op vermindering van klachten door de tumor, betere kansen op genezing, of een langere periode van levensverlenging met zich meebrengen. Bijvoorbeeld: als van een nieuw medicijn kan worden aangetoond dat mensen er gemiddeld een à twee maanden langer mee leven, dan wordt dit gezien als duidelijke winst. Ook als de kans op genezing met een nieuw medicijn met 5% toeneemt, wordt dat gezien als een baanbrekende ontwikkeling voor de behandeling van longkanker.*

Verder lezen…

* bron: Longkanker Informatiecentrum

Delen:
Share