‘Wisselen op voetbalveld na bal op hoofd essentieel om hersenletsel te voorkomen’

Vorige week bleek uit onderzoek dat de kans op ALS voor rugbyprofessionals vijftien keer zo groot is vergeleken met niet-rugbyers. Gisteren viel Van Wolfswinkel na een bal in zijn gezicht achterover op het voetbalveld. Hij kon na een check gelukkig doorspelen.

Sporters worden met regelmaat geraakt aan hun hoofd. En het blijkt uit onderzoek dat dit op de langere termijn vergaande gevolgen kan hebben. Adequaat handelen op het sportveld is dus erg belangrijk. In geval van onzekerheid over hersenletsel is het advies dat een speler zo snel mogelijk gewisseld wordt om verder letsel te voorkomen, ook als er geen duidelijk letsel zichtbaar is.

Als een hersenschudding niet goed wordt behandeld, kun je later problemen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan vermoeidheid, hoofdpijn en depressie, maar mogelijk dus ook ALS. Het is daarom belangrijk om hersenletsel zoals een hersenschudding op tijd te herkennen en te behandelen.

Drie handelingen zijn bij een hersenschudding erg belangrijk:

  • Herken : het herkennen van de symptomen van een hersenschudding.
  • Vertel : het informeren van de medische of technische staf.
  • Van het veld af : een speler met een (vermoedelijke) hersenschudding kun je het beste van het veld afhalen.
Delen:
Share

Arts en patiënt in gesprek: wie onderbreekt wie (en is dat slecht)?

Tijdens een huisartsconsult kunnen artsen en patiënten elkaar onderbreken. Die onderbrekingen worden vaak gezien als opdringerige handelingen van (mannelijke) artsen die de patiënt belemmeren. Taalwetenschapper Ilona Plug ontdekte dat onderbrekingen juist goed kunnen zijn voor het verloop van het consult.  

In de medische wereld worden onderbrekingen door de arts in een consult vaak beschouwd als opdringerige handelingen die de patiënt belemmeren: die heeft minder ruimte om zorgen en klachten te delen. Daarnaast worden onderbrekingen geassocieerd met mannelijke dominantie: een mannelijke arts zou een vrouwelijke patiënt vaker onderbreken dan een mannelijke.

Voor die aannames ontbrak vooralsnog een systematische, wetenschappelijk analyse van interacties in de klinische praktijk. Taalwetenschapper Ilona Plug en haar collega’s namen – in samenwerking met het Radboudumc – het onderbrekingsgedrag tijdens huisartsconsults onder de loep.

Type onderbreking
Plug onderscheidt twee typen onderbrekingen: ondersteunende en niet-ondersteunende onderbrekingen. ‘Niet-ondersteunende- of opdringerige onderbrekingen zijn onderbrekingen die inbreken op je beurt’, legt de taalwetenschapper uit. ‘Iemand kan van onderwerp veranderen of het oneens zijn met de ander en tegen die persoon ingaan. Dat type onderbreking schaadt de inhoud en het verloop van het gesprek. Ondersteunende onderbrekingen doen juist recht aan het gesprek, doordat er bijvoorbeeld om opheldering wordt gevraagd of overeenstemming wordt getoond.’

Voor het onderzoek analyseerde Plug 84 video’s van gesprekken tussen huisartsen en patiënten. Ze codeerde het type onderbreking, de genderidentiteit van de arts en de patiënt en de fase van het gesprek waarin de onderbreking plaatsvond: de fase van probleempresentatie of die van het bespreken van de diagnose of het behandelplan.

Resultaten
Uit het onderzoek van Plug en collega’s blijkt dat 83 procent van de onderbrekingen ondersteunend was. Niet-ondersteunende onderbrekingen werden het vaakst gedaan door patiënten en vooral in de fase van de probleempresentatie. ‘Dat beschouwen we als de fase van de patiënt. De artsen onderbraken de patiënten vooral ondersteunend, om begrip en steun te betuigen of om hen om verduidelijking te vragen. De ondersteunende onderbrekingen van artsen in de beginfase van het consult kunnen de kwaliteit van de communicatie eerder verbeteren dan belemmeren.’

Ook bleek uit de resultaten dat mannelijke artsen hun patiënt vaker niet-ondersteunend onderbreken dan vrouwelijke artsen, maar in de groep van de patiënten onderbraken de vrouwen juist vaker niet-ondersteunend, bijvoorbeeld om onenigheid te tonen of van onderwerp te veranderen. ‘Dit zou kunnen impliceren dat vrouwelijke patiënten zich krachtig voelen tijdens het medische consult, óf juist dat ze zich minder gehoord of begrepen voelen dan mannelijke patiënten’, zegt Plug.

Plug: ‘Met deze data kunnen we niet uitsluiten dat andere factoren ook een rol spelen in medische interacties, zoals opleidingsniveau, status, ernst van de klachten of de ervaring van de arts. We weten ook niet hoe de onderbrekingen werden ervaren door de huisartsen en de patiënten. Dat zou toekomstig onderzoek kunnen uitwijzen.’

Delen:
Share

Veel voorkomende gebitsproblemen die vermeden kunnen worden bij een bezoek aan de tandarts

Mondgezondheid is een belangrijk onderdeel van de algehele gezondheid, maar soms kan het moeilijk zijn om te weten op wat voor soort gebitsproblemen je moet letten. Als je je mondgezondheid wilt verbeteren en deze veel voorkomende gebitsproblemen wilt voorkomen, plan dan regelmatig een check-up in bij een gediplomeerde tandarts Den Haag. Het is ook belangrijk om de juiste poets- en flos technieken bij te houden, evenals regelmatige bezoeken aan de mondhygiënist.

Chronisch slechte adem

Een slechte adem is een veelvoorkomend probleem dat door een aantal factoren kan worden veroorzaakt. In sommige gevallen is het gewoon te wijten aan de opeenhoping van bacteriën op je tong en in je mond. Als je je tanden niet poetst of regelmatig floss gebruikt, kun je meer tandplak krijgen. Dit kan leiden tot een slechte adem. Een slechte adem kan ook worden veroorzaakt door slechte mondhygiëne, zoals roken of alcohol drinken. Tandartsen Rotterdam Zuid kunnen je helpen om van een slechte adem af te komen en ze kunnen je helpen gezonde mondgewoonten op te bouwen om ervoor te zorgen dat je nooit meer een slechte adem krijgt.

Tandvleesziekte

Tandvleesaandoeningen, ook wel parodontitis genoemd, is een infectie van het tandvlees. Dit is het gevolg van de opbouw van tandplak op de tanden. Tandplak bestaat uit suiker en bacteriën die aan het tandoppervlak blijven kleven en uitharden tot tandsteen. Dit kan je tandvlees irriteren en leiden tot ontstekingen. Als het onbehandeld blijft, kan het zich dieper in je tandvlees en botten verspreiden die je tanden ondersteunen. Behandelingsopties omvatten schalen gevolgd door wortelschaven. Dit proces verwijdert tandplak onder je tandvleesrand, zodat bacteriën daar geen nieuwe kolonies meer kunnen beginnen. Preventieve maatregelen zijn onder meer tweemaal per dag twee minuten poetsen met fluoridetandpasta.

Tandbederf

Gaatjes zijn het meest voorkomende gebitsprobleem, goed voor ongeveer tweederde van alle gevallen van tandbederf. Ze worden veroorzaakt door bacteriën die in je mond leven en tandglazuur afbreken. Dit is de harde buitenste laag van je tanden. Als je niet regelmatig poetst, kunnen zuren zich op je tanden ophopen en hun glazuur aantasten, waardoor een gaatje ontstaat. Gaatjes kunnen zich ook ontwikkelen als je te veel suiker of ander koolhydraatrijk voedsel eet. Deze voedingsmiddelen dragen bij aan de vorming van tandplak op het oppervlak van je tanden. Indien onbehandeld, kunnen gaatjes leiden tot pijn, infectie en zelfs tandverlies.

Delen:
Share

Nieuw boek trendwatcher @AdjiedjBakas: “Andere keuzes nodig voor toekomst van zorg”

Trendwatcher Adjiedj Bakas verwacht dat het beoogde Integraal Zorgakkoord pas gaat werken als er additionele maatregelen komen. “De vele deeltijdwerkers in de zorg kunnen en willen best langer werken, waardoor veel vacatures vervuld kunnen worden en de werkdruk kan dalen, maar dat is nu fiscaal totaal onaantrekkelijk. Dit belangrijke pijnpunt mis ik nu nog in het Akkoord. Maar dat moet echt met spoed geregeld worden!” Bakas pleit in zijn nieuwste boek De Toekomst van Zorg ook voor de inzet van gezichtsherkenningssoftware om de administratiedruk in de zorg te verlagen. Huisartsen, verpleegkundigen en andere zorgmedewerkers zijn nu 25-35% van hun tijd kwijt aan zorgadministratie. Dat gaat ten koste van hun werkplezier, motivatie, efficiëntie en service aan patiënten. Je wordt geen arts omdat je al die administratie zo fijn vindt. Van een land als Singapore kunnen we leren hoe we de administratiedruk kunnen verminderen met slimme ICT. “

Bakas pleit in zijn nieuwe boek ook voor doe-het-zelf-euthanasie, naar een Zwitsers idee. “Veel mensen willen gewoon geen zorg meer, ze willen niet vervuild en hulpbehoevend door het leven. Maak euthanasie voor die mensen makkelijker. Mensen die euthanasie willen in Zwitserland kunnen dit binnenkort doen met een nieuwe methode: ze kunnen plaatsnemen in de Sarco, een 3-D geprinte capsule die pijnloos iemands leven in een paar minuten kan beëindigen. Dan word je wakker in de Hemel, zonder vervuilde luiers, pijn en andere narigheid. We moeten dit in ons land snel mogelijk gaan maken. Dat is win-win-win voor de patiënt, diens naasten en het ontlast de zorg. Waar wachten we nog op? Volgens de Zwitserse wetgeving kan dit nu al.”

Bakas, die zelf in 2017 door twee hersenbloedingen werd getroffen en wiens echtgenoot longkanker heeft, is niet alleen als trendwatcher, maar ook als ervaringsdeskundige een insider in de zorg. “Ik wil te zijner tijd zelf dolgraag in een Sarco plaatsnemen.”

Bakas pleit ook voor deprofessionalisering van zorg. “Veel verzorgings- en verplegingswerk kan best door leken worden verricht, die worden gecoacht door een virtuele verpleegkundige. In Suriname gebeurt dit al. We hebben echt niet overal zorgprofessionals voor nodig. De over-professionalisering in de zorg moet beëindigd worden. Zieke mensen hebben vaak vooral behoefte aan een iemand die lief voor ze is, ze een aai over de bol geeft of een schouderklopje. Onze verzorgster helpt ons hier thuis met van alles dat wij als chronisch zieken nodig hebben, zonder diploma’s. Dat gaat prima.”

Hij besluit: “Mensen zijn zoogdieren, en de zorg voor elkaar is bij zoogdieren een ingeboren kwaliteit. Zoogdieren zijn zorgdieren. Daarbij komt nog eens dat de mensen die in de zorg werken dat bijna altijd doen vanuit een innerlijke drijfveer en passie. Ze willen anderen verzorgen, bijstaan en als het even kan beter maken. Die ziel in de zorg mag de afgelopen jaren dan wat in de verdrukking zijn gekomen, bijvoorbeeld door de protocollering en administratiedruk waar zorgverleners mee te maken kregen, maar zodra er weer met patiënten gewerkt kan worden, glanst die ziel weer als tevoren. Regels en protocollen zijn nodig om kwaliteit te waarborgen en veiligheid te garanderen. Technologie is nodig om efficiënter te werken en onze menselijke beperkingen te overstijgen. Maar zonder de mens raakt de zorg haar ziel kwijt, dus we zullen een evenwicht moeten zien te vinden tussen de krachten van regulering, technologisering, financialisering en humanisering”.

Bakas schreef zijn boek op basis van onderzoeken en interviews met insiders en outsiders in de zorg. Hij geldt als ’visionair des vaderlands’ ( Telegraaf), ‘trendwatcher des vaderlands’ (NRC Handelsblad), ‘vooruitblikkoning’ (Volkskrant) Hij is een veelgevraagd spreker in de zorg en verkocht al meer dan 1 miljoen boeken. 

Delen:
Share

Wat zijn FFP2-gezichtsmaskers?

FFP2-gezichtsmaskers of filterende gezichtsmaskers zijn geschikt om jezelf en anderen te beschermen. Het is belangrijk om de details van dit mondkapje te weten als je FFP2 mondkapjes kopen wilt. FFP2 is een EU-norm die de kenmerken en prestatie-eisen van adembeschermingsmiddelen beschrijft. Het FFP2-gezichtsmasker is een masker dat ten minste 94% van de deeltjes in de lucht, inclusief bacteriën en virussen, filtert. Het kan ook bepaalde chemicaliën uitfilteren. Het wordt gedragen door gezondheidswerkers om zichzelf te beschermen bij de behandeling van patiënten met bijvoorbeeld ebola of andere zeer besmettelijke ziekten. De maskers moeten worden gebruikt in combinatie met andere praktijken voor infectiebeheersing, zoals het regelmatig wassen van de handen en het desinfecteren van handen en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Wanneer moet je een FFP2-masker gebruiken?

FFP2-maskers zijn verkrijgbaar in drogisterijen zoals Medicamarkt.. De maskers moeten vooral worden gebruikt door medische professionals. De maskers mogen niet worden gebruikt door kinderen onder de 18 jaar en zwangere vrouwen. Mensen met gezichtshaar hebben soms moeite om dit masker te gebruiken, omdat de kans groter is dat ze tijdens het gebruik loslaten of lekken. Onthoud altijd dat derichtlijnen voor de veiligheid zijn!

Correcte verwijdering van een FFP2-masker

De FFP2-maskers zijn niet ontworpen om te worden hergebruikt. Ze moeten dus na elk gebruik worden weggegooid en door een nieuwe worden vervangen.  Wat goed is om te weten over het weggooien van je gezichtsmasker van medische kwaliteit, is dat het beter niet bij het normale afval mag worden gegooid. Het mag ook niet in de prullenbak worden gedaan of door het toilet worden gespoeld. Dit soort masker moet in de afvalbak voor medisch afval worden gegooid als het mondmasker in een medische omgeving is gebruikt en dan met name een Covid afdeling in een ziekenhuis. Het belangrijkste om te onthouden is dat je je gezichtsmasker van medische kwaliteit niet opnieuw mag gebruiken. Het moet na gebruik veilig en correct worden weggegooid, zodat je niet per ongeluk schadelijke bacteriën of virussen van een vorige gebruiker inademt. Ook kan achtergebleven ademvocht leiden tot schimmels welke niet goed zijn om bij een volgend gebruik in te ademen.

Delen:
Share

2,4 miljoen euro voor onderzoek naar zeldzame oogziekte RP17

De Amerikaanse Foundation Fighting Blindness geeft een subsidie van 2,4 miljoen euro aan een samenwerking tussen het Radboudumc en het Engelse University College London. De onderzoekers gaan in kaart brengen hoe vaak de erfelijke oogaandoening RP17 wereldwijd voorkomt, zodat meer mensen een diagnose krijgen. Ook zoeken ze uit hoe de ziekte precies ontstaat en willen ze een behandeling ontwikkelen.

Duizenden mensen in Nederland hebben een erfelijke ziekte van het netvlies. Bij hen veroorzaakt een fout in het DNA de aandoening. Zij kampen met verminderd zicht of zelfs blindheid. In veertig procent van de gevallen is de genetische oorzaak nog onbekend. Dat komt doordat sommige zeldzame fouten in het DNA moeilijk op te sporen zijn, of omdat er nog te weinig over bekend is.

Een groep onderzoekers van onder andere het Radboudumc vond in 2020 na een zoektocht van 35 jaar een belangrijke oorzaak van zo’n erfelijke oogziekte. Groepsleider Susanne Roosing van de afdeling Genetica vertelt: ‘We ontdekten de genetische oorzaak van de aandoening retinitis pigmentosa type 17, ofwel RP17, in het DNA van een grote Nederlandse familie met deze aandoening. Inmiddels hebben wij 300 mensen met deze genetische oorzaak gevonden in 22 families wereldwijd.’

Lichtgevoelig

De Foundation Fighting Blindness investeert nu 2,4 miljoen euro in vervolgonderzoek. ‘We kunnen dankzij dit geld verder in kaart brengen hoe vaak RP17 wereldwijd voorkomt’, licht onderzoeker Suzanne de Bruijn toe. ‘Ook ontwikkelen we een richtlijn voor diagnostische centra. De veranderingen in het DNA die we hebben gevonden zijn erg complex, en het is nog moeilijk te begrijpen waarom de ene verandering in dit DNA-gebied wel tot RP17 leidt, terwijl een andere verandering in hetzelfde stukje DNA geen problemen oplevert. Dat gaan we in deze studie verder uitzoeken. Zo krijgen mensen een juiste diagnose en hopelijk in de toekomst ook een behandeling, en voorkomen we misdiagnose door onjuiste interpretatie.’ 

Hoe de genetische oorzaak precies leidt tot ziekte is nog niet duidelijk. ‘We zien dat verschillende relatief grote fouten in hetzelfde gebied in het DNA zorgen dat het chromosoom verkeert opvouwt’, legt Roosing uit. ‘We denken dat hierdoor de cellen in het netvlies een bepaald eiwit (GDPD1) gaan aanmaken dat niet thuishoort in het oog. Dit eiwit veroorzaakt waarschijnlijk de problemen door beschadiging van de lichtgevoelige cellen in het oog. We gaan uitzoeken of dit inderdaad zo is.’

Uitschakelen

Ook gaan de onderzoekers de subsidie inzetten voor de ontwikkeling van een genetische therapie tegen deze erfelijke oogaandoening. De Bruijn: ‘We denken dat verschillende fouten in het DNA gevonden in afzonderlijke families allemaal zorgen voor de aanmaak van hetzelfde eiwit. Als dit eiwit inderdaad de boosdoener is bij RP17, dan willen we proberen of we met slimme genetische methoden de aanmaak van dit eiwit kunnen uitschakelen.’

De Amerikaanse stichting geeft de subsidie van 2,4 miljoen euro aan een samenwerking tussen het Radboudumc en UCL in London. Het project heeft een looptijd van vijf jaar.

Delen:
Share

Epilepsie verstoort levens: Miljuschka Witzenhausen in de aanval tijdens de collecteweek

In de week van 6 tot 11 juni gaan duizenden vrijwilligers op pad om te collecteren voor EpilepsieNL. Daarnaast wordt er ook online gecollecteerd. Presentatrice Miljuschka Witzenhausen trapt deze week af met een digitale collectebus. Haar dochter Felina kreeg op driejarige leeftijd haar eerste epileptische aanval en sindsdien zijn zij op zoek naar antwoorden. Met de opbrengst van de collecteweek helpt EpilepsieNL mensen met epilepsie waar nodig.

Miljuschka Witzenhausen: Epilepsie is een onvoorspelbare aandoening. De momenten waarop een aanval plaatsvindt. Maar ook de onverwachte schade keer op keer… Ik zou alles geven om het op te lossen voor mijn dochter. Helaas is dat niet mogelijk. De oplossing ligt in langdurig onderzoek. Daarom is jouw steun hard nodig.

Epilepsie verstoort levens
Epilepsie verstoort levens. 200.000 mensen in Nederland hebben de diagnose epilepsie. Ruim een miljoen mensen worden indirect geraakt door de ziekte, zij hebben een partner, ouder, kind, broer of zus met epilepsie. Bij epilepsie is er sprake van een tijdelijke verstoring in de hersenen, een soort kortsluiting. Meestal duren epileptische aanvallen maar kort, een paar seconden of minuten. Soms duren ze langer. Hoe intens een aanval is, verschilt per persoon en per aanval.

Het leven van mensen met epilepsie kan op ieder moment verstoord worden door een aanval. 30% van de mensen heeft levenslang te maken met aanvallen.

Onderzoek is nodig
Epilepsie is nog niet te genezen. Daarom zijn onderzoekers op zoek naar de oplossing. Dankzij de collectanten van EpilepsieNL kunnen ze blijven zoeken, zodat in de toekomst niemand meer last heeft van deze verstorende aanvallen. Want een aanval komt altijd onverwachts. En het kan ons allemaal overkomen, in elke fase van het leven. Soms met een duidelijke oorzaak, zoals een ongeluk of een hersenbloeding, vaker zonder duidelijke aanleiding.

Collecteren langs de deuren en online
De inkomsten uit de collecteweek gaan volledig naar onderzoek en het verbeteren van het leven van mensen met epilepsie. Iedereen kan een bijdrage leveren en samen met ElpilepsieNL in de aanval gaan! Maak een online collectebus aan via epilepsie.digicollect.nl .

Delen:
Share

‘Explosieve stijging aantal beroertes’

Dinsdag 10 mei is het de Europese Dag van de Beroerte. Op deze dag wordt er extra aandacht gevraagd voor de oorzaken en gevolgen van een beroerte of CVA (cerebrovascular accident). En dat is hard nodig, want het aantal Nederlanders dat een beroerte krijgt zal tot 2040 explosief stijgen ten opzichte van 2015. Het aantal patiënten dat in 2040 een beroerte heeft gehad en met de (onzichtbare) gevolgen hiervan moeten leven zal naar verwachting stijgen met 54 procent naar 672.600 personen.

Het positieve nieuws is dat we de afgelopen jaren al enorme stappen hebben gezet op het gebied van hersenonderzoek, waardoor er in de komende twintig jaar minder Nederlanders sterven aan de gevolgen van bijvoorbeeld een beroerte. Alleen moeten er wel meer mensen met de gevolgen van deze hersenaandoening leren leven. Dit zorgt ervoor dat de gehele samenleving – patiënten, naasten, mantelzorgers en zorgprofessionals – meer en meer te maken krijgt met deze hersenaandoening en de gevolgen hiervan.

Oorzaken van een beroerte
De oorzaak van een beroerte is meestal een slechte kwaliteit van de binnenwand van de bloedvaten. In de loop van de jaren raakt de binnenwand van de bloedvaten langzaamaan beschadigd. Hierdoor wordt de wand dikker. Dit proces van slijtage heet slagaderverkalking. Door ouderdom kunnen bloedvaten verkalken. Ook een ongezonde leefstijl, zoals roken, kan zorgen voor slijtage van de bloedvaten. Dit kan ook gebeuren als je suikerziekte hebt, of een te hoge bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte. In sommige families komen hart- en vaatziekten vaker voor dan in andere families.

Gevolgen van een beroerte
Veel voorkomende gevolgen van een beroerte in het kort:

  • verlamming in het lichaam of gezicht, vaak aan één kant van je lichaam
  • eenzijdige gevoelloosheid en tintelingen, vaak aan één kant van je lichaam
  • problemen met spreken of het vinden van woorden
  • problemen met zien
  • (zware) vermoeidheid
  • overgevoeligheid voor prikkels in je omgeving (overprikkeling)
  • angst, stemmingswisselingen of instabiele emoties
  • moeite met plannen en organiseren.

Na een beroerte kan men last houden van de gevolgen. De zichtbare, lichamelijke problemen vallen de meeste mensen in je omgeving vaak direct op. De onzichtbare problemen zijn minder opvallend en worden vaak pas later opgemerkt. Niet iedereen heeft dezelfde problemen en bij de een is het minder hevig dan bij de ander.

Delen:
Share

‘Met 1 miljoen patiënten zijn ‘zeldzame ziekten’ helemaal niet zo zeldzaam’

Vandaag, maandag 28 februari is het internationale Rare Disease Day, oftewel Zeldzameziektendag. Op die dag vragen patiënten, artsen en onderzoekers gezamenlijk aandacht voor zeldzame ziekten.

Een aandoening is zeldzaam als deze minder dan 1 op de 2.000 mensen betreft. Er zijn wel 7.000 verschillende zeldzame ziekten. Gezamenlijk zijn al deze aandoeningen dus echt niet zo zeldzaam. Het gaat om minimaal 1 miljoen Nederlanders.

Zeldzame aandoeningen komen meestal pas in de publiciteit als er een discussie ontstaat over de hoge prijs van een weesgeneesmiddel of gentherapie. Vergeten wordt dat er naast medicijnen nog veel meer mogelijkheden zijn voor preventie en betere zorg. Daar moeten we nu echt op inzetten, zodat we meer kunnen bieden dan alleen maar hoop op een medicijn.

Radeloze ouders
Zeldzame aandoeningen zijn stuk voor stuk ernstige, chronische aandoeningen die veel leed met zich meebrengen. Vaak duurt het onnodig veel jaren voor de juiste diagnose wordt gesteld, terwijl ondertussen verkeerde behandelingen worden ingezet en ouders en patiënten steeds radelozer worden. Veel kosten – tenminste 2 procent van het zorgbudget is gerelateerd aan de zeldzame aandoeningen – zijn dan ook vermijdbaar.

Driekwart van de zeldzame aandoeningen is erfelijk. Alleen al in Nederland worden jaarlijks ongeveer 8.000 kinderen geboren met een zeldzame aandoening. Dit leidt helaas nog steeds tot veel sterfte in de eerste levensjaren.

Nieuwe behandelingen
Onderzoekers in academische en farmaceutische centra werken hard aan nieuwe medicijnen voor zeldzame aandoeningen, zogenaamde weesgeneesmiddelen, en aan gentherapieën die genetische zeldzame aandoeningen zelfs in één keer zouden kunnen genezen. Gelukkig zijn er al de nodige successen, maar voor de meeste duizenden zeldzame aandoeningen is een oplossing nog lang niet in zicht.

Delen:
Share

‘Bewegende ouderen profiteren van sterk immuunsysteem’

Volgens Britse onderzoekers hebben ouderen die volop blijven bewegen een veel beter immuunsysteem dan minder actieve leeftijdgenoten en lijkt hun immuunsysteem zelfs op dat van een 20-jarige. Dat laatste geldt voor een deel van het immuunsysteem, niet voor alles wat de Britten onderzochten. De positieve effecten van bewegen op het immuunsysteem blijken uit veel meer onderzoeken. Dankzij deze effecten verlaagt het risico op chronische aandoeningen, waaronder dat op verschillende soorten kanker. Daarnaast kan bewegen inderdaad zorgen dat het immuunsysteem niet zo snel achteruit gaat bij het ouder worden.

Het effect van bewegen op het immuunsysteem is een extra reden om mensen te stimuleren meer te sporten en bewegen. Zo’n 45 procent van de volwassenen en 60 procent van de ouderen beweegt te weinig om het goed bij te laten dragen aan een goede gezondheid. Mensen zien tijdens deze coronapandemie mogelijk eerder in dat een gezonde leefstijl met meer bewegen loont. Het is immers duidelijk dat vooral mensen met onderliggend lijden en obesitas een hoger risico hebben op een ernstig ziekteverloop, en dat bewegen belangrijk is om een deel van de aandoeningen te voorkomen. Bovendien laten de cijfers van de ziekenhuisopnames zien dat ouderen, ook met vaccinaties, vaker opgenomen worden. Een slechter werkend immuunsysteem op hogere leeftijd en daarmee ook beperkte bescherming door het vaccin speelt daarbij een rol.

Veel van ons gedrag, en dus ook van ons beweeggedrag, is niet rationeel. Bovendien weten veel mensen niet genoeg van de positieve effecten van voldoende bewegen en wordt deze kennis hen niet aangereikt. Meer inzetten op bewegen en ervoor zorgen dat bewegen de makkelijke en logische keuze wordt is daarom essentieel. Landelijk en lokaal beleid kan hieraan bijdragen, en ook bewegen in de zorg veel serieuzer nemen als ‘medicijn’ helpt mee.

Delen:
Share